De milieuministers van de 27 EU-lidstaten en de milieucommissie van het Europees Parlement hebben een politiek akkoord bereikt over beperkingen voor producten uit ontbossingsgebieden.
Bedrijven moeten straks vooraf controleren of er in hun producten materialen zijn verwerkt die voortkomen uit het kappen van oerwoudbossen, zoals in palmolie, soja, koffie, cacao, hout en rubber, evenals afgeleide producten (zoals rundvlees, meubels of chocolade). De maatregel betreft ook vee dat is gevoerd met veevoeder dat is geteeld op akkers in gekapte oerwoudgebieden.
Importerende bedrijven zullen ook worden verplicht om nauwkeurige geografische informatie te verzamelen over de landbouwgrond waar hun producten zijn verbouwd, zoals in maïs in veevoer. Geen enkel land of product als zodanig worden verboden, maar mogen bedrijven hun producten niet in de EU verkopen zonder dit soort verklaringen.
Aangezien de EU een grote consument van zulke grondstoffen is, zal deze stap bijdragen aan minder oerwoudkap waardoor de uitstoot van broeikasgassen en het verlies aan biodiversiteit worden teruggedrongen, zo verwacht de Europese Commissie. Deze overeenkomst komt net voor de start van de mijlpaalconferentie over Biodiversiteit (COP15), die de beschermingsdoelen voor de natuur voor de komende decennia zal definiëren.
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) schat dat tussen 1990 en 2020 420 miljoen hectare bos – een gebied groter dan de Europese Unie – verloren is gegaan door ontbossing.
De lijst met grondstoffen die onder de richtlijn vallen, zal regelmatig worden herzien en bijgewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met nieuwe gegevens, zoals veranderende ontbossingspatronen.
De nieuwe regels zullen niet alleen de uitstoot van broeikasgassen en het verlies aan biodiversiteit verminderen, maar ook bijdragen aan het veiligstellen van het levensonderhoud van miljoenen mensen, waaronder inheemse volkeren en lokale gemeenschappen die sterk afhankelijk zijn van bossen en oerwouden.
Het Europees Parlement en de Raad zullen de nieuwe verordening nu formeel moeten aannemen voordat deze in werking kan treden. Zodra de verordening van kracht is, hebben exploitanten en handelaren 18 maanden de tijd om de nieuwe regels toe te passen. Voor micro- en kleine ondernemingen geldt een langere invoeringsperiode.