De Britse landbouw en veeteelt hebben het afgelopen jaar een gevoelige tegenvaller moeten incasseren, grotendeels door het Britse vertrek uit de Europese Unie. De Britse regering erkent dat de export van voedings- en landbouwproducten naar de EU flink is gedaald.
Met name de introductie van nieuwe douanevoorschriften en certificeringseisen zou verantwoordelijk zijn voor deze neerwaartse trend. Voorheen konden boeren en voedselproducenten hun waar vrijwel frictieloos naar het Europese vasteland sturen, maar sinds Brexit zijn transport en afzet veel complexer en duurder geworden.
Het Britse kruideniersvakblad zegt dat de agrifood-export met bijna 4 miljard euro per jaar is gedaald sinds Brexit. Vooral vlees en zuivelproducten worden zwaar getroffen omdat ze strengere controles ondergaan bij de grens. Dat zorgt voor langere wachttijden, hogere transportkosten en mogelijk kwaliteitsverlies.
Britse boeren geven aan dat ze moeite hebben hun afzetmarkten te behouden, terwijl nieuwe afnemers buiten Europa niet altijd rendabel zijn door grotere afstanden en lagere marges. Kleine en middelgrote bedrijven hebben vaak onvoldoende middelen om extra papierwerk en logistieke obstakels te tackelen. Vóór Brexit konden deze bedrijven het zich veroorloven om zonder veel rompslomp te exporteren; nu lopen ze het risico dat de producten te laat of tegen te hoge kosten bij de klant arriveren.
Volgens de economische campagnegroep Best for Britain groeit het besef dat nauwere relaties met de Europese Unie noodzakelijk zijn om verdere schade te beperken. De organisatie benadrukt dat niet alleen de landbouwsector er onder lijdt, maar ook andere sectoren en zelfs consumenten binnen het Verenigd Koninkrijk.
In een poging het tij te keren, heeft de onlangs aangetreden Labour-regering onderhandelingen aangeknoopt met de Europese Commissie om te kijken of een aanvullend of nieuw handelsverdrag de huidige export kan vergemakkelijken. Hoewel geen van beide partijen uit lijkt te zijn op een hernieuwd EU-lidmaatschap, zou een akkoord met heldere afspraken over douaneprocedures, kwaliteitsstandaarden en productregistraties verlichting kunnen bieden voor de exporterende Britse landbouwbedrijven.
Het is echter onduidelijk hoe snel er resultaat valt te verwachten, aangezien Londen en Brussel elk hun eigen politieke en economische belangen verdedigen. Voor veel Britse boeren en veehouders hangt veel af van de uitkomst van deze gesprekken. De schrikbarende daling in de exportcijfers heeft niet alleen financiële gevolgen, maar knaagt ook aan het vertrouwen in de toekomst van de sector.
Als er geen nieuw handelsakkoord komt dat de administratieve rompslomp en vertragingen vermindert, dreigt een verdere uitholling van de Britse concurrentiekracht. Ook de binnenlandse markt wordt geraakt omdat boeren hun prijzen moeten verhogen om de extra kosten te dekken.