Groot-Brittannië zal 800 buitenlandse slagers een noodvisum van zes maanden aanbieden om massale slachting van varkens te voorkomen. Britse varkensfokkers zeggen dat het vertrek van buitenlandse arbeiders na de Brexit hun vleessector in een crisissituatie heeft achtergelaten.
Regeringsfunctionarissen zeggen dat het Britse vertrek uit de EU en de corona pandemie hebben geleid tot een uittocht van Oost-Europese arbeiders. Daardoor zitten nu ongeveer 120.000 varkens in overvolle stallen en schuren te wachten om te worden geslacht.
Milieuminister George Eustice zei dat tijdelijke visa het probleem zouden kunnen oplossen.
“Wat we gaan doen, is dat slagers in slachthuizen en vleesverwerkers tijdelijk tot zes maanden onder de seizoensarbeiders-regeling kunnen komen”, vertelde Eustice aan verslaggevers.
Hij zei dat er ongeveer 800 slagers nodig zijn om de achterstand weg te werken. Daarnaast kondigde hij steun aan om slachthuizen te helpen bij het opslaan van vlees.
Eerder bood de Britse regering een soortgelijke oplossing aan voor de transportsector. Toen werd aangekondigd dat enkele honderden buitenlandse vrachtwagenchauffeurs tijdelijk weer in het Verenigd Koninkrijk aan het werk mogen. Dat heeft tot nu toe 27 sollicitanten opgeleverd.
De National Pig Association zei in een verklaring dat het “zeer opgelucht” was dat de regering maatregelen had genomen om de achterstand te verminderen, en noemde het “een stap in de goede richting waren. Het belangrijkste is hoe snel we die slagers hierheen kunnen krijgen”, zegt het bestuur. “We hebben ze hier gewoon zo snel mogelijk nodig.”