Enkele Europese chemieconcerns hebben meerdere studies naar mogelijke risico’s van hun bestrijdingsmiddelen niet aan de Europese Unie verstrekt. Het gaat om negen studies van concerns Bayer, Syngenta, Nissan en ISK die een schadelijk effect aantonen op hersenen in ontwikkeling.
Uit een deze week gepubliceerd Zweeds onderzoek blijkt dat sommige testrapporten wel voorkomen in aanvragen voor toelating in de Verenigde Staten, maar die bij aanvragen in de EU niet zijn ingediend.
Via omwegen zijn vijf van de negen ontbrekende studies enkele jaren later alsnog bij de Europese instanties voor voedselveiligheid en voor chemicaliëngebruik (EFSA en ECHA) terechtgekomen. Daardoor werden in enkele gevallen achteraf alsnog de veiligheidsmarges aangepast.
Het achterhouden van veiligheidsstudies is ernstig en verontrustend, aldus een woordvoerder van de EFSA. De betrokken bedrijven zeggen dat ze altijd zijn ingegaan op vragen van de EU naar hun studies.
Uniek voor Europese pesticiden-wetten in vergelijking met de VS is dat in de EU alleen al de mógelijkheid van schadelijke effecten direct tot afkeuring kan leiden. Er is een ethische en juridische verplichting voor bedrijven om álle studies te delen, aldus de Zweedse onderzoekers.
Chemiebedrijf Syngenta uit Bazel wijst de aantijgingen in een verklaring van de hand. De bewuste onderzoeken zijn alleen gemaakt voor toepassingen in de VS. Andere studies zouden nodig zijn in de EU. “Na latere verzoeken van de EU werden alle onderzoeken geleverd door Syngenta.”
De voorzitter van de ENVI-milieucommissie van het Europees Parlement, Pascal Canfin, heeft aangekondigd dat hij in Brussel gaat vragen om een openbare hoorzitting met agrochemische reuzen Bayer en Syngenta. “Om dit potentiële bedrog door Bayer en Syngenta met betrekking tot de toxiciteit van bepaalde pesticiden aan te pakken”, zo zei hij.