Duitsland gaat biogas en biodiesel kans op doorstart geven

De Duitse minister van Economische Zaken, Robert Habeck wil de productie van biogas en andere duurzame biobrandstoffen een nieuwe impuls geven. Hij wil de huidige versnipperde subsidiestromen voor duurzame biobrandstoffen samenvoegen en omvormen tot een effectiever systeem. In meerjaren-perspectief moet er wel op worden bezuinigd.

De aankondiging voor een doorstart met biogas en biofuel komt te midden van zorgen over de toekomst van de Duitse biogasindustrie, met name vanwege het actuele dreigende faillissement van een grote biogas-leverancier en andere problemen in de sector.

Biomassa-energie is afkomstig van planten, waaronder gewassen als maïs en koolzaad, maar ook van afval en residuen uit de land- en bosbouw. Uit dit organische materiaal kan biogas en plantaardige olie worden geproduceerd.

Tussen 2004 en 2011 was er een aanzienlijke groei in het gebruik van biomassa bij elektriciteitsopwekking, mede omdat er een forse subsidie was voor het op gang brengen van innovatieve duurzame energie. Voor veel van die lokale gasbedrijven lopen de subsidies binnenkort af en is de vraag naar vervolg-subsidies groot.

Een groot Duits biogasbedrijf verkeert momenteel op de rand van faillissement vanwege tegenvallende verkoopcijfers. Dit bedrijf heeft de afgelopen jaren moeite gehad om zijn energie tegen concurrerende prijzen te verkopen, wat deels te wijten is aan de recente daling in de vraag naar biobrandstoffen.

Deze daling werd vooral veroorzaakt door een fraude met goedkope biodiesel uit China. Deze Chinese bedrijven overspoelden de Europese markt met goedkope biodiesel, wat de prijzen in de Europese Unie heeft gedrukt en de concurrentiepositie van andere producenten ernstig heeft verzwakt. Daar wordt inmiddels een eind aan gemaakt.

De problemen in de Duitse energiesector worden verder gecompliceerd door recente ontdekkingen van een grootschalige subsidiefraude met vervalste startbewijzen voor biogasinstallaties. Dit schandaal heeft geleid tot verontwaardiging binnen de industrie en roept vragen op over de effectiviteit van het huidige toezichtsmechanisme.

Uit een recent onderzoek onder Duitse boeren bleek onlangs dat de belangstelling voor de productie van biogas afneemt omdat onduidelijk is of de Europese subsidieregeling zal worden verlengd. In Denemarken lijkt de productie van biogas nog een goede zaak te zijn: in de plattelandsgemeente Tondern komen twee nieuwe centrales. Ook Oostenrijk lijkt te kiezen voor een stap-voorwaarts in plaats van de noodrem.

Hoewel minister Habeck (Groenen) duidelijk is in zijn steun voor biogas en andere vormen van bio-energie, ontkende hij geruchten dat de Duitse regering van plan is om de elektriciteitsproductie uit hout-gestookte centrales opnieuw te gaan subsidiëren. Milieuorganisaties vinden dat het aanplanten van bomen om ze daarna vervolgens te kappen om als brandstof voor energiecentrales te dienen, niet duurzaam is. 

Anderen, zoals oud-EU-Commissaris Frans Timmermans, vinden het verbranden van hout (=pellets) voor elektriciteitsopwekking nog altijd klimaatvriendelijker dan het verstoken van fossiele grondstoffen zoals gas of kolen. Dat is ook het standpunt van de EU. In Nederland is (tot nu toe) het beleid dat er geen nieuwe subsidies worden toegekend aan biomassa, maar dat al eerder toegezegde subsidies (voor de komende 10 tot 15 jaar)  in stand blijven.