Polen heeft de Hongaarse premier Viktor Orbán en de Hongaarse ambassadeur de toegang geweigerd bij van de inauguratie van het Poolse EU-voorzitterschap, als reactie op Hongarije’s recente verlening van politiek asiel aan een gevluchte voormalige Poolse viceminister die wordt verdacht van corruptie.
Oud-minister Marcin Romanowski wordt door de Poolse autoriteiten verdacht van het misbruiken van publieke middelen. In juli 2024 werd hij in Warschau gearresteerd, maar later vrijgelaten vanwege zijn parlementaire immuniteit als lid van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa. Hij vluchtte daarop naar Hongarije.
De situatie wordt verder gecompliceerd door de recente beslissing van de Europese Commissie om de uitbetaling van €1,04 miljard aan EU-fondsen voor Hongarije op te schorten vanwege zorgen over de rechtsstaat en corruptie. Deze maatregel benadrukt de toenemende druk op de Hongaarse regering om zich te conformeren aan EU-normen. Het komend half jaar zal Polen (als tijdelijk EU-voorzitter) die kwestie moeten afhandelen.
De relatie tussen Polen en Hongarije, ooit hecht onder de vorige Poolse regering van de nationalistische partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), is eind 2023 aanzienlijk bekoeld sinds de verkiezingsoverwinning van de pro-Europese coalitie onder leiding van Donald Tusk Diens nieuwe Poolse regering heeft een meer pro-Europese koers ingezet, en probeert schoon-schip in het voormalige van corruptie betichte PiS-staatsapparaat te maken.
Deze diplomatieke spanningen komen op het moment dat Polen het roulerende voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie overneemt van Hongarije. Tijdens zijn inaugurele toespraak benadrukte premier Tusk dat veiligheid een topprioriteit zal zijn voor het Poolse voorzitterschap. Hij herhaalde de toewijding van Polen om Oekraïne te steunen in zijn verzet tegen Russische agressie.