Over zes jaar moet een kwart van de landbouw in de EU-landen biologisch zijn, zoals afgesproken in de voedselstrategie van-boer-tot-bord. Maar volgens het Europees Milieuagentschap (EEA) gaat dit niet lukken als er niet snel extra stappen worden gezet.
Uit een nieuw EMA-rapport blijkt dat de EU de meeste milieudoelstellingen van de Europese Commissie voor het jaar 2023 niet gaat halen . Ook de doelstellingen voor uitbreiding van de biologische landbouw vallen weg. Het aandeel van de biologische landbouw zal waarschijnlijk wel toenemen, maar “niet voldoende”.
Volgens het rapport is de biologische landbouw sinds 2012 gestaag toegenomen, van 5,9 procent van de landbouwgrond naar 9,9 procent in 2021. Als het huidige groeitempo zou worden gehandhaafd, zou het aandeel van de biologische landbouw in 2030 15 procent bedragen, wat niet in overeenstemming zou zijn met de afgesproken doelstellingen. Om de doelstelling van ‘een kwart biologisch in 2030’ te halen, zou het tempo de komende jaren bijna moeten verdubbelen.
Uit het rapport blijkt dat het aandeel van het biologisch bebouwde landbouwareaal tussen 2012 en 2021 in alle EU-lidstaten – met uitzondering van Polen – is toegenomen. Tegelijkertijd zijn de verschillen tussen landen nog steeds groot.
Terwijl in Oostenrijk, Estland en Zweden in 2021 meer dan 20 procent van de landbouwgrond wordt gebruikt voor biologische landbouw, ligt dit aandeel in zes lidstaten nog steeds onder de 5 procent, waarbij de laagste percentages worden geregistreerd in Ierland, Bulgarije en Malta. Nederland staat in de EU-lijst met 3,9 procent net iets boven Roemenië (3,5%) en Bulgarije (2,3%). Het Europese gemiddelde was in 2020 9,1 procent.