Deense varkenshouders verzetten zich tegen oproepen aan de Europese Commissie voor marktinterventie in de varkensindustrie. De Deense varkenshouders zijn bang dat hun moderne bedrijven benadeeld worden als de EU met subsidies en interventies hun kwakkelende concurrenten in andere EU-landen overeind gaat houden.
Vorige week vroegen enkele tientallen Europarlementariërs van vrijwel alle politieke fracties uit tien EU-landen opnieuw aan landbouwcommissaris Wojciechowski om de worstelende varkenshouders te steunen, bijvoorbeeld door het opkopen en tijdelijk opslaan van varkens en het aanboren van nieuwe afzetmarkten.
Ook de twee Nederlandse leden van de AGRI-commissie Ruissen (SGP) en Schreijer-Pierik (CDA) steunden die oproep. Ook landbouworganisaties als LTO en COPA-Cogeca pleiten voor EU-interventie, maar de Nederlandse LNV-minister Staghouwer is daar tegen.
De brief van de landbouwcommissie is opgesteld en ondertekend door commissievoorzitter Norbert Lins (EVP), met instemming van politici van negen van de tien fracties (alleen de Groenen waren er tegen), maar de brief is niet formeel met een stemming in de AGRI-commissie vastgesteld.
Door coronabeperkingen, varkenspest en hoge energieprijzen zijn vooral de kleine en middelgrote varkensfokkers fors op hun spaargeld ingeteerd, staat in hun brief. Gevreesd wordt dat in veel EU-landen de varkensvleestak zal verdwijnen, zodat alleen een paar grote, sterke exportlanden overblijven. Wojciechowski wees er eerder al op dat driekwart van de Europese varkensvleesmarkt in handen is van slechts enkele grote concerns.
De EU heeft in 2011, 2015 en 2016 soortgelijke gerichte steunmaatregelen ingevoerd, maar deze hadden slechts een relatief klein effect op de prijzen, aldus onderzoekers aan het Institute of Food and Resource Economics van de Universiteit van Kopenhagen. Volgens de Deense varkensindustrie zou het beter zijn als de EU zich niet bemoeit met de vrije marktwerking.
Maar LNV-commissaris Wojciechowski maakte in een reactie duidelijk dat weliswaar meerdere Oost-Europese landen steun voor hun varkensindustrie vragen, maar dat vooral de grote varkensvleeslanden daar tegen zijn. waaronder de belangrijkste producenten zoals Duitsland, Spanje, Italië, Denemarken, Nederland, Zweden en Finland.
“Deze zeven lidstaten zijn goed voor bijna twee derde van de varkensproductie in de EU en hebben niet om marktmaatregelen gevraagd. Ik denk dat dit een duidelijk teken is en een teken dat ik niet kan negeren.”