Hoewel de Europese Unie spelregels heeft om belangenconflicten te voorkomen bij het toekennen van subsidies, wordt er nog steeds te weinig gedaan om risicosituaties te vermijden. Dit blijkt uit een onderzoek van de Europese Rekenkamer (ERK) dat werd ingesteld na berichten over fraude en vriendjespolitiek met EU-geld in enkele Midden- en Oost-Europese landen.
De rekenmeesters hebben in vier EU-landen onderzoek gedaan naar uitbetalingen van het cohesiefonds en van landbouwsubsidies, samen de grootste uitgaven van de EU. De onderzoekers zeggen dat er amper openbaar beschikbare informatie is over de omvang van belangenverstrengeling bij het beheer van EU-uitgaven.
Ook is er geen duidelijkheid over de mate en de omvang van dit soort conflicten. Niet alle onregelmatigheden worden aan Brussel gerapporteerd, of ze worden op nationaal niveau opgespoord en gecorrigeerd voordat de Commissie om geld wordt verzocht.
Volgens de huidige EU-regels is iedereen die te maken heeft met EU-subsidies (op EU- en nationaal niveau) verplicht om belangenconflicten te vermijden. Indien er een belangenconflict wordt vermoed of vastgesteld, moet de desbetreffende overheid ervoor zorgen dat de betrokkene die taken neerlegt.
De Europese Rekenkamer zegt dat in veel EU-landen het ondertekenen van een zogeheten ‘eigen verklaringen’ de meest gebruikte methode is om belangenconflicten te vermijden. Al eerder is gebleken dat in veel EU-landen pas wordt opgetreden als misbruik al heeft plaatsgevonden.
De onderzoekers constateerden verder dat in de vier onderzochte landen (Duitsland, Hongarije, Malta en Roemenië) eigen verklaringen niet verplicht waren voor ministers die wel betrokken waren bij besluiten over EU-programma’s en de toewijzing van EU-subsidies.
De auditors vinden dat de EU-landen sterk de nadruk leggen op het opsporen van belangenconflicten bij hun eigen overheidsopdrachten, maar onvoldoende oog hebben voor zwakke schakels in hun eigen processen en procedures.