De luchtkwaliteit in Europa gaat erop vooruit, maar vooral in de steden richt vervuilde lucht nog veel schade aan economie en gezondheid aan. Over het algemeen wordt de Europese lucht schoner, maar drie vervuilende stoffen blijven grote schade berokkenen. In steden blijft de toestand het ergst.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO ademen bijna alle stedelingen lucht in die ongezond is. Landbouw wordt gezien als een van de boosdoeners. Het Europees Milieu Agentschap beklemtoont dat de luchtvervuiling niet alleen schadelijk is voor de gezondheid, maar ook voor de economie, door “hogere kosten voor de gezondheidszorg, lagere opbrengsten van landbouw en bosbouw en lagere productiviteit”.
Hoewel de economie in Europa groeit, daalt de uitstoot van luchtvervuilende stoffen en hun concentraties in de lucht, bevestigt het Europese onderzoeksbureau EEA op basis van de meest recente gegevens. Volgens het agentschap bewijst dit dat een sterk beleid het verschil maakt. Er zit minder fijn stof, ozon, stikstofdioxides en zware metalen in onze lucht waardoor de gezondheidsschade ook gedaald is. In 2016 stierven in 41 Europese landen zo’n 412.000 mensen vroegtijdig door fijnstofdeeltjes. Ten opzichte van 2015 zijn dat er 17.000 minder en bijna de helft minder dan in 1990.
De vroegtijdige sterfte heeft vooral te maken met luchtvervuiling door stikstofdioxide, ozon en fijn stof. Volgens de Europese norm wordt 6 tot 8 procent van de bevolking blootgesteld aan te veel fijn stof. Boosdoeners zijn transport, industrie en landbouw. Die laatste toont de minste vooruitgang maar daar is ook de meeste winst te boeken. Veel wordt verwacht van het nieuwe Klimaatbeleid waaraan Europa werkt om tegen 2050 volledig klimaatneutraal en vervuilingsvrij te worden.
Op een EMA-kaart is te zien dat vooral in het noorden van Italië, Polen, delen van de Balkan de luchtverontreiniging groot is. Maar ook sommige meetstations in België en delen van het Ruhrgebied kleuren roder dan de rest van Europa.