De financiële en politieke steun van de Europese Unie voor fundamentele hervormingen van de rechtsstaat in de Balkanlanden hebben tot nu toe weinig effect. Volgens een onderzoek van de Europese Rekenkamer blijven in die landen problemen bestaan rond de onafhankelijkheid van rechters, wijdverbreide corruptie en onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting.
De EU geeft die landen al twintig jaar honderden miljoenen subsidie om hun geleidelijke integratie in de Unie te ondersteunen. Op 1 juli 2013 trad Kroatië als eerste van zeven landen toe tot de EU; Montenegro, Servië, de Republiek Noord-Macedonië en Albanië staan op de nominatie om lid te worden.
Met Montenegro en Servië zijn al toetredingsonderhandelingen op gang gekomen. Bosnië en Herzegovina en Kosovo zijn potentiële kandidaat-lidstaten.
De komende jaren valt geen toelating van nieuwe EU-landen te verwachten. Binnen de EU gaan steeds meer stemmen op om eerst de eigen EU-organisatie te moderniseren, inclusief takenpakket, bevoegdheden en financiering. Sommige EU-lidstaten hebben zich zelf klip-en-klaar uitgesproken tegen verdere uitbreiding van de EU.
De Europese Commissie moet eerst meer doen om hervormingen van de rechtsstaat in de Westelijke Balkanlanden door te drukken, zo wordt geconcludeerd. De Europese Rekenkamer beklemtoont ook dat de forse subsidies tot nu toe niet succesvol zijn.
In een eerste reactie benadrukten woordvoerders van de Europese Commissie dat er de voorbije jaren belangrijke vooruitgang is geboekt, maar erkenden tegelijkertijd dat er nog veel meer moet gebeuren.
In het rapport merkt de Rekenkamer op dat de schuld niet alleen bij de Europese Unie moet worden gezocht. Ook in de kandidaat-lidstaten hebben lokale overheden te weinig gedaan om aan de EU-criteria te voldoen, luidt het.
“Dit betekent dat het geld voor deze initiatieven de facto verspild is, aangezien er niet over een blijvende verandering kan worden gesproken. De vooruitgang die de voorbije twee decennia werd geboekt, blijft bijzonder bescheiden.”
“Dit vormt op zijn beurt een bedreiging voor de duurzaamheid van de verstrekte steun. Lopende hervormingen verliezen hun geloofwaardigheid als ze geen tastbare resultaten opleveren.”.