Nederland mag asielzoeker niet zo maar terugsturen naar Griekse kampen

Foto door Mika Baumeister op Unsplash

Nederland mag alleen afgewezen asielzoekers terugsturen naar Griekenland, als vooraf duidelijk is dat ze daar juridische bijstand van een advocaat kunnen krijgen. Dat heeft de allerhoogste gerechtelijke instantie in Den Haag bepaald in een eerste proces dat de Nederlandse autoriteiten hadden aangevraagd over de interpretatie van een nieuwe Europese richtlijn.

De overheid nam destijds de asielaanvraag van twee gevluchte Syriërs niet in behandeling, omdat zij Europa waren binnengekomen via Griekenland. Europese regels bepaalden destijds dat vluchtelingen alleen asiel konden aanvragen in het land van aankomst. Die zogeheten Dublin-regel kwam door de grote vluchtelingenstroom op losse schroeven te staan.

De twee Syriërs beriepen zich op de slechte omstandigheden in de asielzoekerscentra op de Griekse eilanden en zeiden dat zij daarom niet teruggestuurd konden worden. Volgens de Raad van State kan het wel, maar alleen als zij ter plaatse gegarandeerd toegang tot rechtshulp heeft. Maar wat dat betekent voor het uitzetbeleid is nog niet duidelijk.

De uitzettingen van ‘Dublin-asielzoekers’ naar Griekenland ligt feitelijk al stil sinds 2011. Toen sprak het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) uit dat de omstandigheden daar te slecht waren om de Dublinverordening uit te voeren. Daardoor zijn ook de meeste andere EU-landen opgehouden asielzoekers naar Griekenland terug te sturen.

In 2016 zei de Europese Commissie dat de omstandigheden voldoende waren verbeterd om langzaamaan weer te beginnen met het terugsturen van “niet-kwetsbare” vreemdelingen aan Griekenland. De processen van de twee Syriërs behoren tot de eerste pogingen die Nederland toen deed. De allerhoogste gerechtelijke instanties hebben nu bepaald dat terugsturen alleen mag als juridische bijstand ter plekke gegarandeerd is.