Nederlandse biologische boeren krijgen aanzienlijk minder Europese landbouwsubsidies dan hun Europese collega’s, tot grote ergernis van de Europese Unie.
Brussel spreekt van een zorgwekkende ontwikkeling voor de duurzame landbouwsector in Nederland, aangezien biologische boeren cruciaal zijn voor het behoud van biodiversiteit en milieuvriendelijke landbouwpraktijken.
De Nederlandse manier van de verdeling van de EU-landbouwsubsidies heeft de bezorgdheid van biologische boeren en milieuactivisten aangewakkerd. Door EU-subsidies te oormerken voor de biologische sector, kan al het voor Nederland beschikbare landbouwgeld ook naar de reguliere land- en tuinbouw gaan
Biologische boeren beweren dat biologische landbouwmethoden essentieel zijn voor behoud van biodiversiteit en het verminderen van de impact van de landbouw op het milieu. Biologische boerderijen gebruiken doorgaans minder kunstmest en pesticiden.
Door financiële steun aan biologische boerderijen niet te vast te leggen, vrezen zij dat de duurzame landbouwsector ernaast zal grijpen.
De Nederlandse regering noemt de verschuiving van de subsidies naar de héle sector noodzakelijk om de landbouw concurrerender te maken op de geglobaliseerde markt. Grootschalige agrarische bedrijven hebben vaak hogere productievolumes en kunnen daardoor efficiënter produceren. Den Haag hoopt hiermee de positie van Nederlandse boeren op de wereldmarkt te versterken.
Deze beslissing komt ook op een moment dat de Europese Unie bezig is met een herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het nieuwe beleid streeft naar een verschuiving naar duurzamere landbouwpraktijken en legt meer nadruk op milieu- en klimaatdoelstellingen. Nederland lijkt hier echter van af te wijken.
De Europese Unie wil de landbouwsector duurzamer maken. Biologische landbouwpraktijken spelen hierin een essentiële rol. Het feit dat Nederland biologische boeren minder steunt, terwijl de EU de duurzaamheid van de landbouw wil bevorderen, staat haaks op deze doelstellingen.