Nederland en zeven andere EU-landen willen een Europees verbod op dwingende ‘prijsafspraken naar vestigingsplaats’. De acht EU-landen vinden dat regels in het handelsverkeer er niet toe mogen leiden dat consumenten onnodig te veel voor hun voedsel en levensonderhoud betalen.
Door strenge regels van grote voedingsfabrikanten en leveranciers wordt het Nederlandse supermarkten nu onmogelijk gemaakt om in het buitenland op grote schaal hun inkopen te doen als daar producten voor een lagere prijs te koop zijn. De supermarkten worden voor hun bestellingen ‘dwingend’ naar de Nederlandse vestiging van de betreffende fabrikant gestuurd.
Ook doe-het-zelfzaken hebben er last van. Uit eerder onderzoek bleek dat ondernemers bij 1 op de 25 van ingekochte goederen zulke beperkingen ondervinden. Die leiden tot een 10 procent hogere prijs. Klanten in heel Europa zouden jaarlijks 14 miljard euro kunnen besparen als alle inkoopbeperkingen zouden worden opgeheven.
De acht landen onder aanvoering van de Nederlandse minister van Economische Zaken Micky Adriaansens (met België, Denemarken, Griekenland, Kroatië, Luxemburg, Slowakije en Tsjechië) vinden dat de EU die onnodige prijsverschillen moet aanpakken.
Inkoopdiscriminatie is formeel verboden, maar via de Mededingingswet kan daar nu alleen achteraf tegen worden opgetreden. Bovendien is de bewijslast lastig. Het vrije verkeer van goederen is een van de belangrijkste pijlers in het vrije handelsverkeer tussen de EU-landen. Supermarkten kunnen het alleen omzeilen als ze de buitenlandse stickers gaan ‘omstickeren’ en er stickers in hun eigen taal overheen plakken.
“Het wegnemen van handelsbelemmeringen moet een topprioriteit zijn voor de interne markt. Dit helpt bij het eerlijk houden van de consumentenprijzen voor food en non-foodproducten. Iets wat vooral belangrijk is in tijden van hoge consumentenprijzen”, aldus minister van Economische Zaken Micky Adriaansens.
De opnieuw door Nederland ingebrachte zorgen zijn niet nieuw. In 2019 heeft Brussel de grootste bbierrouwer ter wereld, AB InBev, een boete van 200 miljoen euro opgelegd wegens het belemmeren van de goedkopere bierimport naar België vanuit Nederland.