Boris Johnson belooft kiezers vroeg presentje: nog voor Kerst uit de EU

Foto door Jannes Van den wouwer op Unsplash

De Britse premier Boris Johnson wil bij een verkiezingswinst van zijn Conservatieve Partij vóór de Kerst nog zijn Brexit-akkoord met de EU door het parlement laten vaststellen. Dat staat in het verkiezingsprogramma van de Conservatieven. Johnson noemt het een vroeg Kerstcadeautje…

Groot-Brittannië gaat op 12 december naar de stembus om een nieuw Lagerhuis te kiezen. Mochten de Conservatieven een absolute meerderheid behalen, dan wil Johnson dat het Verenigd Koninkrijk eind januari de Europese Unie verlaat. Volgens de huidige premier staan alle kandidaten van zijn partij achter het door hem in Brussel gesloten EU-akkoord.

In het document komt verder naar voren dat een nieuwe Conservatieve regering de inkomstenbelasting niet wil verhogen en extra wil investeren in de Britse infrastructuur en zorg. Wat die plannen betekenen voor de staatskas, wordt niet besproken.

Er staat ook in dat Johnson de inkomstenbelasting niet wil verhogen. Daarnaast wil hij flink investeren in de kinderopvang, huizen energievriendelijker maken en de komende vier jaar 2 miljard pond (zo’n 2,3 miljard euro) reserveren voor reparaties aan het wegdek.

Tijdens de vorige verkiezingen in 2017 had het verkiezingsprogramma desastreuze gevolgen voor de Conservatieven die toentertijd nog werden geleid door Theresa May. Een extra belasting voor ouderen kwam haar toen op veel kritiek te staan en de steun voor haar brokkelde af.

De Conservatieve Partij blijft in een opiniepeiling op een grote voorsprong op Labour staan. De Conservatieve Partij heeft als grootste partij 42 procent van de ondervraagden achter zich. Labour blijft op 30 procent.

De resultaten van deze peiling zijn vrijwel identiek aan die van de vorige. Alleen de Brexit Party verliest weer een procentpunt en staat op nog slechts 3 procent. De Liberaal Democraten kwamen een procentpunt hoger uit de peiling en kregen 16 procent van de ondervraagden achter zich. Groenen en Schotse nationalisten bleven gelijk op 4 procent.