Bulgarije en Roemenië nog niet bij Schengenlanden

De Europese landen nemen voorlopig nog geen besluit over toelating van Roemenië en Bulgarije tot het Schengenverdrag. Roulerend EU-voorzitter Spanje heeft het onderwerp van de agenda gehaald van de vergadering deze week van de ministers van Binnenlandse Zaken.

De ministers zullen op dinsdag 5 december geen besluit nemen maar alleen een voortgangsrapport ontvangen. Bulgarije en Roemenië zullen daarom nog wat langer moeten wachten voordat zij kunnen toetreden tot de ruimte van vrij goederen- en personenverkeer.

Beide landen zijn al jarenlang kandidaat-lid van het Schengenverdrag. Maar door bezwaren over aanhoudende grote criminaliteit, gebrekkige rechtspraak en zwakke vervolging werd toelating lange tijd tegengehouden. 

De Europese Commissie oordeelde eerder dit jaar dat de twee landen inmiddels wel voldoen aan Europese criteria en voorwaarden, maar dat wordt weersproken door Oostenrijk en Nederland. Dat leidde al tot terugkerende onenigheid in wandelgangen van verschillende ministersvergaderingen.

Nederland handhaaft zijn standpunt en blijft tegen de toetreding van Bulgarije tot het Schengengebied, zo werd onlangs gemeld door dagblad Trouw. Ondanks de positieve beoordeling door de Europese Commissie, wijzen Oostenrijk en Nederland op aanhoudende zorgen over de veiligheidssituatie en rechtspraak. In het bijzonder wordt gewezen op de grote criminaliteit die nog steeds een punt van zorg is.

Bulgarije heeft eerder dit jaar Nederland gevraagd om Nederlandse experts naar de grens met Turkije te sturen om te kijken hoe de Bulgaren daar opereren. De Nederlandse experts kunnen dan advies geven en duidelijk maken wat Nederland precies van Bulgarije verwacht, zo zei de nieuwe Bulgaarse premier Denkov. 

Maar over de uitnodiging is door Den Haag nog geen besluit genomen, laat staan over een doorbraak in de toetreding van Bulgarije tot het Schengengebied. Inmiddels is de Nederlandse premier Rutte afgetreden, en wordt er gewerkt aan de vorming van een nieuw kabinet. In die demissionaire situatie wordt geen nieuw Nederlands standpunt verwacht.