De Duitse politica en minister Annegret Kramp-Karrenbauer heeft haar positie als voorzitter van de christendemocratische partij CDU afgelopen weekend veiliggesteld. Maar op het partijcongres bleef de vraag wie bij de volgende verkiezingen kandidaat moet worden om Angela Merkel als kanselier op te volgen, blijft voorlopig nog open.
Toen zij vorig jaar door Merkel naar voren werd geschoven als partijvoorzitter, gingen velen er van uit dat Merkel in haar ook een goede kandidaat voor het kanselierschap beschouwde. Maar Kramp-Karrenbauer ligt sinds haar aantreden als partijvoorzitter in december vorig jaar onder vuur.
In de CDU is de voorzitter traditioneel gezien de persoon die als eerste in aanmerking komt voor de positie van kandidaat-kanselier bij de Bondsdagverkiezingen. De gedachte dat Annegret Kram Karrenbauer in 2021 eventueel de opvolgster van Merkel zou worden, bevalt niet iedereen.
Sommigen zien in haar een kloon van Merkel, anderen vinden haar niet sterk genoeg. Binnen de CDU woedt de strijd over de vraag hoe de partij weer de kiezersgunst kan heroveren. Is AKK wel de geschikte voorzitter om die klus te klaren? Sinds het slechte resultaat van de CDU bij de Europese verkiezingen zit AKK in de verdrukking.
Ze nam op het partijcongres in Leipzig de vlucht naar voren door vertrouwensvraag te stellen. Het merendeel van de partij schaarde zich vervolgens achter de partijvoorzitter. Maar daarmee is haar positie als mogelijke kanselierskandidaat nog niet zeker, en in elk geval uitgesteld. Vóór het volgende partijcongres moet Kramp-Karrenbauer successen tonen, om andere mogelijke kandidaten op afstand te houden.
Het partijcongres verwierp een motie die het moeizame compromis met de SPD over het basispensioen in twijfel trok. Wel zijn er strengere voorwaarden voor geformuleerd. Dat kan een probleem met coalitiepartner SPD opleveren, die het basispensioen snel wil invoeren. De sociaal-democraten hebben hun partijcongres op 6 december.
De traditionele partijen doen het niet meer zo goed in Duitsland. De tijd dat CDU en SPD nog 69,4 % van de kiezers achter zich kon scharen, ligt al veertien jaar terug. Nu is dat minder dan vijftig procent. De SPD heeft in recente enquêtes een historisch dieptepunt bereikt met 14%, en ook de CDU zakt onder de 30%. Zonder de CSU, die stevig in het zadel zit in Beieren, zou de Union nog meer bekaaid overkomen.
Bij de Europese verkiezingen kregen de christendemocraten weer een flinke dreun (28,9%, een verlies van 6,4%), en bij de deelstaatverkiezingen in het Oost-Duitse Thüringen eind oktober scoorde de CDU nog maar 21,7 % (een verlies van 11,8%).