De topconferentie van de Wereldhandelsorganisatie WTO heeft weliswaar een slotverklaring gepubliceerd maar amper concrete resultaten.
De slotverklaring verplicht alle landen om “stappen te nemen om de landbouwproductie en -handel voorspelbaarder te maken en dus de prijzen minder te laten schommelen”. Maar hoe dat moet worden bereikt, wordt pas later binnen de WTO bepaald op vervolgvergaderingen.
De WTO-jaarvergadering dreigde aanvankelijk volledig te mislukken, en moest met twee dagen worden verlengd. Op een gegeven moment leek een reeks eisen van India, dat zichzelf ziet als de voorvechter van arme boeren en vissers en ontwikkelingslanden, de besprekingen geheel te verlammen, maar er werd alsnog een compromis gevonden, aldus handelsbronnen.
In de WTO worden alle besluiten bij unanimiteit genomen, zodat in feite elk land vetorecht heeft. Het was – door de corona-pandemie – voor het eerst in drie jaar dat ruim honderd handelsministers weer fysiek bijeen waren. Onder oud-president Trump in de Verenigde Staten kon de WTO weinig voor elkaar krijgen omdat de VS geheel zijn eigen gang ging, en geen internationale afspraken wilde maken.
Een concreet resultaat op landbouwgebied is nu dat de WTO-landen na drie jaar onderhandelen zijn overeengekomen om de beperkingen op de inkoop van humanitaire voedselhulp door het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) op te heffen.
Ook is besloten tot afschaffing van schadelijke visserijsubsidies, na twintig jaar onderhandelen. Het akkoord om de visserijsubsidies aan banden te leggen is pas de tweede multilaterale overeenkomst in de 27-jarige geschiedenis van de WTO en is veel ambitieuzer dan de eerste, die bedoeld was om de bureaucratie te verminderen.