Er liggen grote kansen voor het Nederlandse agrobedrijfsleven in Zuid-Amerika, vooral op het gebied van verduurzaming van de landbouw. Dat zegt Inge Horstmeier, de onlangs benoemde Nederlandse Landbouwraad op de ambassade in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Ook Chili, Uruguay en Paraguay behoren tot haar werkgebied.
Veel Nederlandse bedrijven zijn al actief in deze landen. Zo kan Nederlandse kennis ook op het terrein van klimaatadaptieve landbouw worden ingezet. “Daarbij is de relatie tussen water en landbouw belangrijk. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zijn specialist op het gebied van waterbeheer. Zij kunnen in Zuid-Amerika oplossingen aandragen voor het omgaan met droogte of juist met overstromingen”, zegt Horstmeier in een vraaggesprek met Agrobuitenlandberichten.nl.
In de landbouw in Argentinië ligt de nadruk op de grote handelsgewassen die voor een belangrijk deel worden geëxporteerd, bijvoorbeeld soja. “De sojatelers zijn vooral gericht op efficiënte productie, terwijl Nederland en andere EU-landen steeds hogere eisen stellen aan het gebruik van inputs. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen kunnen een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de teelt.”
De huidige Argentijnse regering voert een protectionistisch beleid. Import en export zijn aan strenge regels gebonden. Dat maakt het niet makkelijk voor Nederlandse bedrijven die er actief willen worden. In november vinden er verkiezingen plaats. De uitslag is bepalend voor de koers van hun internationale handel.
Circulaire landbouw staat in Chili hoger op de agenda dan in Argentinië, zegt de Nederlandse landbouwraad. “De richting die de Chileense overheid kiest, is vergelijkbaar met de Nederlandse richting. Verduurzaming van de productie staat in Chili centraal en de agrarische sector zet concrete stappen in die richting. De uitdagingen zijn vergelijkbaar met die in ons land zo zegt Horstmeier.