Een voedsel-functionaris van het ministerie van LNV in Den Haag vindt dat de Nederlandse landbouwconsuls op ambassades in het buitenland een rol kunnen spelen in het organiseren van nationale dialogen over nieuwe duurzame voedselstructuren.
Over de wereld-voedsel-situatie wordt komende week in New York een grote VN-ministersconferentie gehouden. Voor Nederland gaat minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking) er heen. Zij kan daardoor na Prinsjesdag niet deelnemen aan de Algemene Beschouwingen.
Aan de bijeenkomst in New York is een scala aan activiteiten voorafgegaan, zoals een eerdere conferentie in Rome. In tal van landen zijn nationale dialogen gevoerd om helder te krijgen wat er aan het voedselsysteem in eigen land schort, en wat voor oplossingen nodig zijn.
Zo’n dialoog is ook in Nederland gevoerd. Er zijn coalities gevormd tussen bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties, bijvoorbeeld om de verliezen in voedselketens terug te brengen.
Volgens Marcel van Nijnatten, coördinator voedselzekerheid bij LNV, is de VN-conferentie van cruciaal belang. De honger in de wereld neemt toe, het klimaat verandert en planten en dieren worden steeds meer bedreigd met uitsterven. De verwachtingen zijn volgens hem hooggespannen. In officiële notities staat dat de top via een voedsel-transformatie ook de VN-millenniumdoelen dichterbij kan brengen.
Vanuit Nederland zijn drie ministeries betrokken bij de voorbereidingen van de top: LNV, Buitenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Van Nijnatten wijst er op dat Nederland een groot exporteur en importeur van voedsel is en veel kennis heeft over productie en consumptie. “Wij voelen ons verantwoordelijk en willen samen met andere partijen zoeken naar succesvolle systeemveranderingen”, zei hij afgelopen week in een vraaggesprek met Agroberichtenbuitenland.
Hij wees erop dat de verschillen per land erg groot zijn, en dat dus ook de oplossingen verschillend zullen moeten zijn. “Maar een ding is zeker, brede coalities zijn nodig om het voedselsysteem toekomstbestendig te maken. Noodhulp is slechts een tijdelijke oplossing, systeemverandering is nodig.”
Nederland kan internationaal een belangrijke rol pakken, vindt Van Nijnatten. Bijvoorbeeld op het gebied om voedselketens efficiënter te laten functioneren, met meer opbrengst en minder gebruik van water en chemische bestrijdingsmiddelen. Nederland loopt hierin voorop, maar hoe deel je onze kennis en expertise met boeren, voedselverwerkers en overheden in ontwikkelende landen?
Een groot aantal landen heeft inmiddels via nationale dialogen een eigen FSS-stappenplan vastgesteld. Daarin staat welke systeemveranderingen nodig zijn. Daarbij kunnen landbouwraden in elk land een rol spelen, zegt Van Nijnatten. “Landbouwraden hebben een groot netwerk, zowel in het land waar zij werken als hier in Nederland. Zij kunnen in beeld brengen welke ondersteuning nodig is en welke Nederlandse partijen hiervoor oplossingen hebben”.