Nederland vindt dat het Verenigd Koninkrijk Shell geen vergunning moet geven om drie oude boorplatforms op de Noordzee te laten staan. Dat zal minister Cora van Nieuwenhuizen in Londen laten weten op de Ospar-vergadering, de organisatie van landen aan de Noordzee.
Shell wil de fundamenten van drie boorplatforms laten staan, in plaats van op te ruimen. Daardoor blijven ook opslagtanks met 11.000 liter vervuilde olie en chemisch afval op de zeebodem staan. Volgens Shell is dat het beste omdat verwijderen ook milieuschade kan veroorzaken en bovendien gevaarlijk is.
Vorige week heeft de internationale milieuorganisatie Greenpeace bij de boorplatformen van Shell in de Noordzee al geprotesteerd tegen wat genoemd wordt ‘een herhaling van de Brent-Spar-affaire’. Toen Shell in 1991 voor het eerst een oud olie-opslagstation op de Noordzee niet wilde demonteren en ontmantelen, maar het wilde laten zinken op de bodem van de oceaan, ontstond grote internationale verontwaardiging. Shell werd uiteindelijk geforceerd de installatie aan wal te brengen en te laten slopen.
De Nederlandse minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft een onafhankelijk tegenonderzoek laten doen door de Deense Universiteit van Kopenhagen. Daaruit blijkt dat Shell de bezwaren en risico’s overdrijft. Het bedrijf heeft ‘onvoldoende onderbouwd’ dat de betonnen poten niet goed verwijderd kunnen worden en dat het beter zou zijn om het verontreinigde materiaal op de zeebodem te laten. Er moet daarom extra onderzoek gedaan worden, vindt Van Nieuwenhuizen.
Daarnaast zou het bedrijf honderden miljoenen euro’s aan kosten kunnen besparen, hoewel dat argument niet doorslaggevend was. De aanvraag van Shell is nog niet afgewezen door het Verenigd Koninkrijk. Londen moet een besluit nemen omdat de boorplatforms in Britse territoriale wateren liggen. Londen heeft nu advies gevraagd aan de zogeheten OSPAR-landen. In deze organisatie zitten de Europese landen die grenzen aan het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan. Doel is het beschermen van de natuur en de natuurlijke reserves.
Andere Noordzeelanden mogen bezwaar maken tegen een eventuele Britse vergunning. Duitsland heeft dat al gedaan, en Nederland sluit zich hierbij aan. Na dit OSPAR-overleg zijn de Britten weer aan zet. Zij kunnen besluiten om de vergunning alsnog gewoon af te geven of toch nader onderzoek te laten doen.
In de Noordzee staan zo’n 600 boorplatforms die de komende decennia opgeruimd moeten worden. Kosten daarvan: zo’n 8 miljard euro. Alle platforms die in een waterdiepte staan van minder dan 100 meter en die minder wegen dan 10.000 ton, moeten weg. De Noordzee wordt niet alleen wordt gebruikt voor winning van olie en gas, maar ook door de visserij, door schepen, door onderzeeërs, en voor de aanleg van kabels en door windparken.