Twee Nederlandse advocaten staan in de rechtszaak over het neerschieten van het Maleisische passagiersvliegtuig MH17 boven Oekraiene de Russische verdachte Oleg Poelatov bij. Hij is een van de vier verdachten die Nederland binnenkort gaat vervolgen op beschuldiging van moord. Bij die raketaanslag op het vliegtuig werden alle 289 inzittenden gedood, onder wie bijna tweehonderd Nederlanders
Onlangs werd al bekend dat een van de drie andere verdachten een andere Nederlandse advocaat in de arm heeft genomen. De vier verdachten zullen waarschijnlijk bij verstek worden berecht omdat ze tot nu toe weigeren zich voor de Nederlandse rechters te verantwoorden.
De twee advocaten, Boudewijn van Eijck en Sabine ten Doesschate, willen nog niet bevestigen wie hun cliënt is, maar bronnen bevestigen een bericht van het Russische persbureau Itar-Tass dat het om Oleg Poelatov gaat. Hij was tweede man van de inlichtingendienst van de door Rusland gesteunde rebellen in Donetsk. Zijn baas Sergej Doebinski gold als de rechterhand van de rebellenleider Igor Girkin. De vierde verdachte is garnizoenscommandant Leonid Chartsjenko.
De Nederlandse advocaten zullen bij de verdediging van Poelatov samenwerken met de Russische advocate Elena Kutina en haar kantoor in Moskou. Het is nog niet duidelijk of die Russische advocate ook daadwerkelijk bij het proces aanwezig zal zijn.
De twee Nederlandse advocaten zeggen te begrijpen dat de rechtszaak voor veel emoties zal zorgen en dat ze de zaak voor de nabestaanden met respect zullen behandelen. Verder stellen ze dat het belangrijk is dat verdachten een onafhankelijke advocaat krijgen, die hun kant van de zaak belicht.
Op 9 maart is de eerste zitting in het monsterproces, dat plaatsvindt in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol. In de voorbereiding van het proces zijn al zittingsdagen gereserveerd tot en met maart 2021.
Het Maleisische vliegtuig vliegtuig werd onderweg van de Nederlandse luchthaven Schiphol naar de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur op 17 juli 2014 uit de lucht geschoten. Dat gebeurde boven het oosten van Oekraïne, waar pro-Russische separatisten vochten tegen het Oekraïense regeringsleger. De Boeing 777 werd geraakt door een Buk-raket die volgens eerder onderzoek behoorde tot een Russisch bataljon, en die naar Oekraiens grondgebied was getransporteerd.
Op 19 juni 2019 beschuldigden JIT-onderzoekers vier militaire inlichtingenofficieren van betrokkenheid bij de raketaanval. Onder de verdachten is Igor Girkin, de rebellencommandant in het oosten van Oekraïne. Ook Sergei Doebinski en Oleg Poelatov uit Rusland en Leonid Ghartsjenko uit Oekraïne worden aangeklaagd. Zij worden gezamenlijk verdacht van het vervoeren van de Buk-lanceerinstallatie naar het oorlogsgebied in Oost-Oekraïne, waaruit vlucht MH17 werd neergeschoten. Het viertal is op nationale en internationale opsporingslijsten geplaatst.