De landenorganisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vindt dat het Nederlandse landbouwbeleid meer rekening moet houden met natuur en milieu, en versneld moet omschakelen naar een duurzame sector.
In een vorige week aangeboden rapport over de toekomstige Nederlandse landbouw- en voedselpolitiek wordt erkend dat die overgang moeilijk en omstreden zal zijn.
Het landenrapport van de economen en specialisten van de OESO is vorige week in Den Haag aangeboden aan het LNV-ministerie in Den Haag. Daarin wordt gezegd dat Nederland een landbouwsector heeft opgebouwd die wereldleider is op het gebied van productiviteit en concurrentievermogen. Maar milieu-uitdagingen worden steeds urgenter en de sector zal zich moeten aanpassen, zo wordt er aan toegevoegd.
Het benutten van de sterke innovatiecapaciteit van de Nederlandse sector zal van cruciaal belang zijn voor het vinden van langetermijnoplossingen die werken voor landbouwers, burgers en het milieu. De OESO vindt dat Nederland die innovatiekracht nu moet inzetten om de sector te verduurzamen.
Het rapport bouwt voort op een eerdere Nederland-rapportage uit 2015. Daarin werd vastgesteld dat acceptatie van innovatie een hoge productiviteitsgroei in de landbouw heeft ondersteund. Maar de OESO betwijfelde destijds of marginale verbeteringen in technologie voldoende zouden zijn om de milieu-impact van de sector te verlagen.
De OESO heeft in de afgelopen anderhalf jaar naast deskresearch veel gesproken met LNV-medewerkers en wetenschappers over de Nederlandse landbouw. In juni vorig jaar was een delegatie van de OESO voor een driedaags werkbezoek in Nederland. Er werden toen bezoeken gebracht aan LNV, WUR, de Floriade en de Boerderij van de Toekomst.