De CDU-Landbouwministers van negen Duitse deelstaten hebben zich teruggetrokken uit de onderhandelingen met de regering in Berlijn over een nieuwe mestwet. Daarmee wordt het laatste compromisvoorstel van minister Cem Özdemir (Groenen) na drie jaar moeizaam overleg definitief afgewezen.
De Bondsrepubliek wordt nu bedreigd met boetes van de Europese Unie wegens het niet implementeren van de EU-nitraatrichtlijn. Brussel had het opeisen van de al opgelegde boetes opgeschort omdat Özdemir kort na zijn aantreden had toegezegd dat hij de verontreiniging van bodems en drinkwater door het uitrijden van mest in kwetsbare natuurgebieden zou terugdringen.
Met zijn laatste compromis zette Özdemir de CDU-fractie onder druk om over dit moeilijke dossier alsnog een concreet standpunt in te nemen. De CDU had de afgelopen jaren veel kritiek op voorstellen van de inmiddels gevallen ‘stoplichtcoalitie’, maar heeft daar zelf weinig eigen voorstellen over ingediend en slagen om de arm gehouden.
CDU-bewindslieden in negen deelstaten vinden dat Berlijn met het opleggen van een stoffenbalans per individueel bedrijf probeert deelstaat-bevoegdheden naar het BMEL-ministerie in Berlijn over te hevelen. Ook vinden ze dat Ǒzdemir probeert de in Brussel verworpen kunstmestwet alsnog in Duitsland in te voeren.
De CDU’ers zeggen dat de beperking van nitraatverontreiniging niet moet worden vastgesteld per bedrijf, maar per regio. De deelstaten vinden verder dat bedrijven in vervuilde gebieden waarvan kan worden bewezen dat ze water besparen, moeten worden vrijgesteld van strengere regelgeving.
Özdemir heeft de discussie over zijn kunstmestwet zelf op een dood spoor gezet, zei de vice-voorzitter van de CDU/CSU-fractie, Steffen Bilger. Hij heeft maanden geleden beloofd zijn stoffenbalans-voorstel in te trekken, maar komt alleen maar met nieuwe varianten, bekritiseerde Bilger.
Het afbreken van het Duitse politieke beraad tussen federale regering en deelstaten betekent dat een nieuwe Duitse regering moet zorgen voor een nieuwe mestwet. Nu de CDU in februari waarschijnlijk de verkiezingen gaat winnen en regeringspartij wordt, moeten de CDU’ers over veel – ook door de EU opgelegde – wetsvoorstellen alsnog definitieve keuzes maken.
Het landbouwbeleid in Duitsland wordt niet alleen vastgesteld door het BMEL-ministerie en de Bondsdagfracties in Berlijn, maar vooral door politici en bestuurders in de zestien Duitse deelstaten. Beleidsvorming in het Duitse landbouwbeleid is daardoor vooral de uitkomst van (langdurige en moeizame) overlegmodellen.