Denemarken benoemt aparte superminister voor klimaatplan

De Deense regering heeft een nieuwe belangrijke stap gezet in haar ambitieuze klimaat- en landbouwtransitie door de benoeming van een nieuwe minister die specifiek belast is met de uitvoering van het zogenaamde “tripartite” klimaat- en landbouwplan.  De ervaren politicus van de sociaal-democratische partij Jeppe Bruus neemt een aantal belangrijke taken over van de ministers van Landbouw, van Milieu en Klimaat en van Natuurbescherming. 

De benoeming van Jeppe Bruus tot “tripartite minister” benadrukt het belang dat de Deense regering hecht aan succesvolle uitvoering van het Klimaatakkoord. Bruus staat  bekend om zijn stevige aanpak en ervaring met complexe beleidsdossiers. De nieuwe ‘tripartite-superminister’ komt daarmee ‘ boven’ die andere ministers te staan, min of meer vergelijkbaar met de Klimaatcommissaris binnen de Europese Commissie. 

Het Klimaatakkoord is het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen de Deense regering en verschillende belanghebbenden. Het plan bevat een reeks maatregelen die gericht zijn op het verminderen van de CO2-uitstoot in de landbouw en veeteelt, sectoren die verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van de broeikasgasemissies.

Tegelijkertijd moet de agrarische sector een transformatie ondergaan, richting duurzamere praktijken. Het Deense parlement moet er dit najaar nog wel mee instemmen.

Een van de meest in het oog springende maatregelen is de invoering van een nieuwe CO2-belasting voor landbouwbedrijven. Deze belasting moet bedrijven stimuleren om hun uitstoot te verlagen en te investeren in groenere technologieën en praktijken.

Daarnaast voorziet het akkoord in een mogelijke inkrimping van de zuivel- en veehouderijsector. Dit kan betekenen dat sommige veehouderijen gedwongen zullen worden om hun activiteiten te beperken of zelfs te beëindigen, afhankelijk van hun impact op het milieu. Dit onderdeel van het plan is echter nog onderwerp van discussie.

Een ander belangrijk element van het Klimaatakkoord is het plan om delen van het huidige landbouwgebied om te vormen tot bossen en natuurgebieden. De komende decennia zullen aanzienlijke stukken landbouwgrond worden beplant met bomen, wat niet alleen bijdraagt aan de CO2-opslag maar ook aan de biodiversiteit en natuurbehoud.

De reacties op de benoeming van Bruus en de oprichting van het nieuwe ministerie zijn gemengd. Sommige analisten en belanghebbenden zijn optimistisch en zien dit als een belangrijke stap in de richting van een groenere toekomst. Anderen, met name vanuit de landbouwsector, uiten zorgen over de economische impact van de voorgestelde maatregelen, zoals de CO2-belasting en de inkrimping van de veehouderij. Zij vrezen dat de lasten vooral op de schouders van boeren zullen komen te liggen, wat kan leiden tot spanningen tussen de verschillende partijen.