In Denemarken is een historische politieke overeenkomst bereikt over een ingrijpend Klimaatakkoord dat de CO2-uitstoot fors moet terugdringen. Dit akkoord zal ingrijpende gevolgen hebben voor de Deense landbouwsector, die zal krimpen om ruimte te maken voor de aanplant van nieuwe bossen.
Eerder dit jaar werd al een akkoord bereikt tussen landbouworganisaties, milieugroeperingen, bedrijfsleven en lokale overheden om een agrarische transitie mogelijk te maken. Dat akkoord legde de basis voor de nu bereikte politieke overeenstemming, waarbij zowel centrumrechtse en liberale regeringsfracties, alsmede delen van de oppositie, hun steun hebben uitgesproken.
Ook gaat Denemarken de uitstoot van stikstof fors verminderen. Voor dit Deense ‘landbouwakkoord’ heeft Kopenhagen meer dan zes miljard euro opzij gezet.
Klimaatminister Jeppe Buus heeft het financieringsplan gepresenteerd, waarin is gekozen voor de meest ambitieuze optie om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen. Vanaf 2030 wordt een CO2-belasting ingevoerd. Eerst bedraagt de CO2-belasting 16 euro per ton uitgestoten CO2. Vanaf 2035 stijgt de belasting naar 40 euro. Er komt echter een basisaftrek voor de landbouw, waardoor de werkelijke belastingtarieven zullen veranderen.
Het plan omvat maatregelen die tot een aanzienlijke verkleining van de landbouwsector leiden. In ruil daarvoor ontvangen Deense boeren compensatie voor de geleden schade als gevolg van deze veranderingen. Dit zorgt ervoor dat zij financieel ondersteund worden bij de omschakeling naar een meer duurzame bedrijfsvoering of het volledig beëindigen van hun activiteiten.
De betrokken landbouworganisaties en coöperaties erkennen de uitdagingen die dit akkoord met zich meebrengt, maar zien ook kansen. De invoering van nieuwe, duurzame praktijken zal naar verwachting niet alleen het klimaat ten goede komen, maar ook bijdragen aan de bescherming van het drinkwater en de verbetering van de natuur.
Milieugroepen hebben met instemming gereageerd op het akkoord, vooral vanwege de ambitie om het landgebruik te herzien en prioriteit te geven aan bosaanplant en natuurherstel. Dit draagt niet alleen bij aan de CO2-reductie, maar bevordert ook de biodiversiteit en het behoud van vitale ecosystemen.
Hoewel de meeste partijen het akkoord steunen, is er ook kritiek. Zo hebben enkele linkse fracties, waaronder de Enhedslisten, hun bedenkingen geuit en het onderhandelingsproces zelfs verlaten omdat zij de afspraken niet ver genoeg vonden gaan om de rechten van dieren en de sociale impact op kleine boeren te waarborgen. Ook de Dierenbescherming vindt dat er veel meer gedaan zou moeten worden voor dierenwelzijn.
Desalniettemin wordt de overeenkomst gezien als een mijlpaal in het Deense klimaatbeleid. De keuze voor de meest verregaande maatregelen onderstreept volgens veel betrokkenen de vastberadenheid van de regering om concrete stappen te zetten richting klimaatneutraliteit. De compensatie voor boeren maakt het mogelijk om de transitie sociaal rechtvaardig te laten verlopen, zo wordt benadrukt, en zorgt ervoor dat agrariërs de nodige steun ontvangen in deze overgangsfase.