Dubbele vermogens voor Deense boeren en varkenshouders

De Deense Rekenkamer heeft scherpe kritiek op de gebrekkige controle van het kunstmestgebruik in de Deense landbouw. De jaarlijkse uitstoot van stikstof door ongeveer 400.000 ton kunstmest wordt jaarlijks bij amper drie procent van de landbouwers gecontroleerd. Die controle gebeurt schriftelijk, door de boeren zelf in te vullen, niet door onderzoek of steekproeven ter plekke.

Het Rekenkamerrapport is door politieke partijen met schrik ontvangen. Verscheidene politici noemen het een “tijdbom” die elk moment kan afgaan. Volgens hen is het duidelijk dat effectieve aanpak van stikstofuitstoot alleen mogelijk is als er eerst een einde komt aan de huidige situatie van gebrekkig toezicht. 

Onlangs bleek uit nieuw milieuonderzoek dat de kwaliteit van het oppervlaktewater veel slechter is dan eerder was berekend, vooral in de honderden inhammen, fjorden en riviermondingen langs de lange, grillige Deense kusten. Voor Denemarken dreigen EU-boetes als de Nitraatvervuiling niet fors wordt verminderd.

Landbrug & Fødevarer, de belangenorganisatie van de Deense boeren, zegt dat boeren zich niet zomaar schuldig maken aan overmatig gebruik van kunstmest. Wel erkennen ze dat er meer gedaan kan worden en staan ​​ze open voor nieuwe controlesystemen.

Het rapport heeft bovendien een politieke storm ontketend omdat er momenteel wordt onderhandeld over de hoogte van een toekomstig ‘tripartiete’ CO2-belasting op landbouw en veeteelt. Voor die tarieven liggen drie varianten voor op tafel. Die nieuwe belasting zal kunnen leiden tot een omzetting van zo’n 11 procent van de landbouwgrond naar bos- en natuurgebied.

Voor de landbouwers komt het Rekenkamerrapport over de ontbrekende agrarische inspecties op twee punten op een ongunstig moment: terwijl hun onderhandelaars de landelijke CO2-heffing zo laag mogelijk proberen te houden, blijkt uit  vermogensonderzoek dat de Deense boeren de afgelopen vijf jaar hun vermogen bijna hebben verdubbeld, vooral door hogere prijzen, lagere rentevoeten en herfinanciering. 

De waarde van Deense landbouwbedrijven is daarmee bijna verdubbeld tot zo’n 17 miljoen Deense kronen per boer, voornamelijk in de gewasteelt en in de varkenshouderij. Er wordt nu gezegd dat de bedrijfstak die nieuwe klimaatbelasting best kan betalen.

Daarnaast blijkt dat een op handen zijnde verkleining van landbouw en veeteelt nu al impact heeft op de vraag naar landbouwgrond. De prijzen per hectare zijn afgelopen jaar gemiddeld soms meer dan verdubbeld (van 200.000 kronen tot soms 500.000 kronen), afhankelijk van de locatie en nabijheid tot het elektriciteitsnet.

Dit biedt stoppende boeren de kans om hun land tegen hoge prijzen te verkopen, maar zorgt ook voor grote problemen voor jonge boeren die voor het eerst grond willen kopen.