Boeren in Duitsland hebben na goede winsten in voorgaande jaren merkbaar minder verdiend. In het boekjaar 2023/24, dat eind juni eindigde, daalden de resultaten van agrarische bedrijven naar gemiddeld 77.500 euro. Dit was 29 procent onder het recordniveau van het voorgaande boekjaar. Met uitzondering van de varkenshouderij waren er in vrijwel alle bedrijven verliezen.
De nu geconstateerde achteruitgang wordt vooral toegeschreven aan gedaalde marktprijzen voor landbouwproducten, stijgende kosten voor energie en meststoffen, en een daling in investeringsbereidheid. In 2022 hadden boeren ook te maken met duurdere veevoergrondstoffen, energie en kunstmest maar dat kon toen worden doorberekend in de prijzen.
De agrarische sector roept nu op tot een verandering in het landbouwbeleid voor de federale verkiezingen. DBV-voorzitter Joachim Rukwied zei in Berlijn: “De motor sputtert echt.” Met uitzondering van de varkenshouderij waren er in vrijwel alle bedrijven verliezen.
Volgens Rukwied was het “enige lichtpuntje” de varkens- en pluimveehouderij, die voor de tweede keer op rij een stijging liet zien – naar een gemiddeld bedrijfsresultaat van nu 148.000 euro. Uit het resultaat moeten onder meer nog investeringen voor vernieuwing van stallen worden gefinancierd. De investeringsbereidheid in stalbouw blijft echter laag door onduidelijkheid in regelgeving en een gebrek aan financiële ondersteuning.
De Duitse Boerenbond (DBV) benadrukt dat de structurele veranderingen in de landbouw niet meer te negeren zijn. Rukwied riep op tot stabielere politieke kaders en benadrukte de noodzaak van betere subsidies om investeringen in duurzame landbouw te stimuleren. Hij waarschuwde dat zonder overheidssteun de krimp van de sector zal doorzetten.