De Europese Commissie komt binnenkort met subsidie voor de EU-landen om extra inspecteurs aan te stellen voor de toelating van nieuwe milieuvriendelijke gewasbeschermers. De Commissie hoopt daarmee de keuring van nieuwe landbouwmiddelen te versnellen.
In landbouwkringen wordt geklaagd dat de EU wel sommige middelen wil verbieden of verminderen, maar dat er niets anders voor in de plaats komt.
De huidige procedures voorzien erin dat voor nieuwe bestrijdingsmiddelen niet alleen goedkeuring nodig is van Europese instanties (zoals de EFSA), maar dat ook nationale instanties (zoals NVWA of Ctgb) vooraf testen moeten doen en advies moeten uitbrengen. Dat duurt soms járen. In de Landbouwcommissie van het Europees Parlement is regelmatig aangedrongen op een oplossing voor dit knelpunt.
Een paar maanden geleden wees de directie van de EFSA-keuringsdienst er op dat de dienst geen budget heeft om al die testen van al die 27 EU-landen over te nemen. Maar kennelijk is daar voor komend jaar binnen de EU extra geld voor ‘gevonden’.
Landbouwminister Piet Adema heeft de Tweede Kamer geïnformeerd dat de Europese Commissie onlangs een stappenplan heeft gepresenteerd voor het gebruik van meer biologische gewasbeschermers. Met EU-steun kunnen lidstaten (extra) experts aantrekken voor de beoordeling van nieuwe stoffen en middelen.
De Commissie rondt op dit moment een studie af over de inzet van biologische bestrijders en hoe deze op de markt kunnen komen. Dit is (nog) niet EU-geharmoniseerd.
Verder gaf de Europese Commissie de LNV-ministers medio december een update over o.m. de toelating van nieuwe gentechnieken zoals crispr-cas. Brussel is dit jaar begonnen met een effectbeoordeling voor nieuwe wetgeving en zal in de eerste helft van 2023 met een voorstel komen, zo wordt gemeld.
In zijn verslag aan de Tweede Kamer meldt minister Adema verder dat Nederland het eens is met het pleidooi van Frankrijk dat toelating van nieuwe middelen hard nodig is om de doelen te halen uit de Van-boer-tot-bord-strategie en de in juni door de Commissie voorgestelde vermindering van middelengebruik.