In Polen heeft de nationaal-conservatieve regeringspartij bij de parlementsverkiezingen van gisteren zo’n 45 procent van de stemmen behaald, en wordt daarmee opnieuw veruit de grootste partij. Door de Poolse Kieswet en zetelverdeling behaalt de PiS-partij daarmee opnieuw een meerderheid in het parlement.
Voorafgaand aan de verkiezingen leek de strijd al gestreden. In de laatste peilingen op zondagochtend kwam de partij ook al als grote winnaar uit de bus. In Polen worden de 460 zetels van de Sejm op basis van een proportionele verdeling toegewezen. Daardoor zijn de grotere partijen in het voordeel.
Jaroslaw Kaczynski, voorzitter van de Poolse nationaal-conservatieve regeringspartij PiS, heeft inmiddels zijn verkiezingsoverwinning opgeëist. Als die uitslag wordt bevestigd, heeft PiS uitzicht op 239 zetels in het 460 zetels tellende parlement en kan het dus alleen voort-regeren.
De grootste oppositiepartij, de Centristische Burgercoalitie KO, zou volgens de exitpolls uitkomen op 27,4 procent. Op de derde plaats staat Links (SLD) met 11,9 procent, gevolgd door de centrumrechtse Poolse Coalitie (PSL) met 9,6 procent.
Hoewel die oppositiepartijen samen in stemmenpercentage samen meer stemmen hebben dan de rechts-conservatieve PiS-partij, ligt samenwerking of blokvorming door die partijen niet voor de hand: daarvoor verschillen ze te veel van politieke koers.
Voor de stemming zondag kwam 61,1 procent van de kiesgerechtigden op. Dat betekent de grootste opkomst bij Poolse verkiezingen sinds 1989.
Het is weinig verrassend dat de partij van Kaczynski de verkiezingen wint. Vooral op het platteland kan PiS op veel steun rekenen, vooral dankzij een aantal sociale programma’s en hogere toeslagen. Zo krijgt elk Pools gezin maandelijks een toelage van omgerekend 130 euro per kind.
In de campagne richtte PiS zich ook sterk tegen de Europese Unie, modernistisch gedoe en tegen homoseksuele relaties, die volgens Kaczynski een bedreiging zijn voor de traditionele Poolse familiewaarden.