Na de vervroegde parlementsverkiezingen van september in Oostenrijk, is de koers uitgezet op de vorming van een nieuwe driepartijn-coalitie. De christendemocratische ÖVP en de sociaaldemocratische SPÖ hebben de liberale NEOS gevraagd mee te doen aan de vorming van een nieuwe regering. ÖVP en SPÖ hebben samen een meerderheid van slechts één zetel.
Als de tweede en derde partij van het land het komende week met de NEOS- liberalen eens worden, wordt het de eerste keer dat Oostenrijk een drie-partijen-coalitie krijgt. Het betekent ook dat de rechtsextreme FPÖ, die de verkiezingen had gewonnen en grootste partij was geworden, buiten de regeermacht wordt gehouden.
NEOS-fractieleider Beate Meinl-Reisinger maakte duidelijk dat NEOS alleen zal toetreden als er significante hervormingen worden doorgevoerd, met name op het gebied van onderwijs en transparantie. Dat heeft wel het gesprek over de vorming van een coalitie verruimd maar ook de complexiteit van de onderhandelingen vergroot.
Al tijdens de verkiezingscampagne was duidelijk geworden dat de overige partijen niets moesten hebben van samenwerking met de extreme standpunten en opvattingen van FPÖ-partijleider Hebert Kickl. Daarom besloot bondspresident Alexander Von der Bellen (Groenen) de formatie-opdracht te geven aan de leiders van de tweede en derde partij. In het licht van de politieke onzekerheid heeft Van der Bellen een oproep gedaan aan alle partijen om bereid te zijn ‘nieuwe wegen te bewandelen’
ÖVP-leider Nehammer liet het in het midden of er uiteindelijk een akkoord kan worden bereikt. Hij wil in ieder geval kijken naar een ‘hoog tempo’, maar ook naar ‘serieusheid’. Veel verschillende perspectieven maken het mogelijk om voor iedereen de beste oplossingen te vinden, aldus SPÖ-onderhandelaar Babler.
Waarnemers in Wenen wijzen erop dat het nog een hele klus zal worden om ÖVP en SPÖ op één lijn te krijgen omdat de twee partijen op veel punten forse meningsverschillen hebben. De kans op een drie-partijen-akkoord wordt groter geacht dan een twee-partijen-afspraak. De SPÖ heeft de afgelopen jaren felle oppositie gevoerd tegen de ÖVP-coalitie van de afgelopen jaren met de Groenen.
De Groenen leggen zich erbij neer dat zij vooralsnog buiten de nieuwe regering worden gehouden, hoewel de formatie-onderhandelingen nog niet succesvol zijn afgerond. Maar de partijleiding zegt dat van het allergrootste belang is dat de FPÖ buiten het machtscentrum wordt gehouden. De Groenen zouden “de rol van constructieve oppositie met verantwoordelijkheidsgevoel aanvaarden”, beloofde partijvoorzitter Kogler.
Een ander element dat de politieke context heeft beïnvloed, zijn de recente protesten tijdens de nationale feestdag, waar duizenden betogers ertegen demonstreerden dat de nieuwe parlementsvoorzitter Rosenkranz (FPÖ) een krans zou leggen bij de herdenking van de Kristallnacht en de Jodenvervolging.
De nieuwe parlementsvoorzitter was vorige maand met de steun van 100 van de 183 parlementszetels gekozen. De FPÖ heeft 57 zetels. Zelfs als de parlementariërs van zijn partij unaniem op Rosenkranz stemden, moet hij steun hebben gehad van andere facties. Daar hebben veel Oostenrijkers geschokt op gereageerd.